De voorbije week ging met onverwachte perikelen gepaard.
Ik kreeg in de mot dat de bevochtiger in de rijpingskast nooit wakker schoot om te doen wat het moest doen, nl. damp verspreiden, terwijl de digitale aflezing van de hygrostaat constant 99% relatieve luchtvochtigheid aangaf. Ik ben misschien niet van de slimste, maar ik ben ook niet van gisteren 😉
Woensdag werd de hygrostaat vervangen en morgen wordt het slecht contact op de trafo van de bevochtiger opgelost met een nieuwe stroomkabel. Ik heb de voorbije dagen de vochtigheid van de kaas nauwlettend opgevolgd en manueel ingegrepen als dat nodig bleek.
Allez, beter wat kinderziekten en miserie in ’t begin dan plat vallen met de meet in zicht.
Ondertussen beginnen de kazen een vettig laagje te krijgen. Goed teken. Hoe vettiger (binnen bepaalde grenzen natuurlijk), hoe prettiger ik het (met kazen) vind.
De micro-organismen zijn volop hun werk aan het doen. De pH vlak onder de korst geeft nu 5,671. Vorige week bij ontvangst was dat nog 5,52. Dat er na een week amper of geen kleurverschil is waar te nemen, is quite normal. Volgende week verwacht ik dat de wasbeurten met de kaasculturen daarop ook hun impact zullen tonen.
That’s all for this week folks …
Ach ja, mijn aanduiding van week 1 en week 2 is slecht gekozen, eigenlijk begint de tweede week pas vandaag ;-(
Hop naar week 3 😉
Pingback: Back to the roots – week 1 | BITS and BITES·