Het beste wat mij persoonlijk dag in dag uit sedert de start van Karditsel in 2015 is te beurt gevallen, is Rex als huisgenoot. Een hond …
Al beperkt hij me bij momenten danig in mijn doen en laten, de realiteit van het ouder worden is toch willens nillens minder doen en meer laten. Maar dat verloopt in alle eerlijkheid nog niet zo vlekkeloos …
Rex heeft een ingebouwde klok en hij kan die zeer flexibel programmeren.
We gaan rond negen uur wandelen en het wordt negen uur. Tijd voor aandacht en actie wat Rex betreft. Hij houdt mijn bewegingen angstvallig in de gaten. Sla ik mijn laptop dicht, trek ik een hemd aan, ga ik naar het toilet? Het zijn voor hem allemaal tekenen dat zijn eigenste hondmoment nakend is. Ga drie dagen om tien uur wandelen en zijn klok staat steevast op tien uur. Goesting of niet, tijd of niet, weer of geen weer de Rex krijgt zijn wandeling. Dat zeg ik met de klemtoon op ‘zijn’. Vanaf het ogenblik dat hij zijn halster draagt en aan de leiband hangt, functioneert hij als een organische stofzuiger. Snuffelen, ruiken en and last but not least urineren. Ik heb geleerd geduldig te wachten, met momenten tergeloos lang. Rex heeft immers recht om hond te zijn. Anders haal je er geen in huis. Soms tel ik zijn urinelozingen. Zeventwintig is geen uitzondering en toch geen prostaatproblemen. Dat is straf, vind ik.
Wachten, wandelen, rusten, eten, wachten en slapen … zo passeert Rex zijn dag. ’s Avonds rond negen uur begint hij ongeduldig te worden. Rex wilt slapen. Gezonde honden slapen makkelijk veertien uur op een dag. Hetzelfde ritueel als in de ochtend herhaalt zich. Rex ligt afgepeigerd op zijn mat en zucht. ‘Wanneer gaan ze hier eindelijk slapen?’ zie je overduidelijk in zijn blik. Er zijn twee woorden die hij immers kent als geen ander: Wandelen en Slapen. Als ik een van die woorden uitspreek, veert hij standepede op én dan moet je hem als hond echt de jas niet voorhouden. Dat zou ook niet fair zijn.
Bij het woord slapen rent Rex naar de slaapkamer en wacht voor de deur. Zodra ik onder de dekens lig, springt hij op het dekbed en lepelt zich als een rolmops tegen mijn dijen aan en laat een diepe zucht van opluchting en gerustheid. Durf ik te veel wroeten dan houdt hij het voor bekeken en zoekt hij andere oorden op voor een weldoende slaap.
Honden verwerken net als wij tijdens hun slaap de gebeurtenissen, emoties, indrukken en ervaringen die ze de afgelopen dag hebben meegemaakt. Als hij in zijn slaap zit te schokken, leg ik mijn hand op zijn rug en verzeilt hij dra in een diepe slaap. Als hij op zijn rug gaat liggen met zijn vier poten beweegloos naar boven geplooid, dan weet ik dat hij een geweldige dag heeft gehad. Daarna is het mijn beurt om mijn dag te verwerken …
Als het boerenpaard nat bezweet van het veld kwam, dan wreef de boer het paard droog en gaf het haver. Daarna ging de boer zelf eten. Met die respectvolle boerenmentaliteit ben ik opgegroeid. Niet dat we thuis boeren waren maar de situatie was gelijkaardig. Het principe was en is: wie zelf zijn eten niet nemen kan, reik je het eten aan en op vaste tijdstippen. Dat zit in mijn genen gebrand. Kort door de bocht: je draagt met voorrang zorg voor wie je dierbaar is.
—
de hond de jas voorhouden = iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben
—
Rex leeft als god in Frankrijk ten huize De Snijder, “omdat hij het waard is”!
LikeLike