Binnenkort eten we spruiten, spruiten uit eigen tuin. Voor een rechtgeaarde tuinder zijn dat de lekkerste. Nog even wachten op deftige vorst en dan de tanden zetten in de net niet te mals gestoofkookte groene pareltjes. Mensen-van-den-buiten weten dat spruiten eten een niet vanzelfsprekende gebeurtenis is. Niet om het minst omdat veel mensen ze niet lusten. Ik wil ze geen eten geven die drager zijn van het spruitentrauma, opgelopen tijdens hun kleuterjaren.
Voor mezelf hou ik me aan drie spruitenregels, maar ‘leven en laten leven’, dus iedereen doet zijn goesting.
Regel 1: Spruiten eet je enkel op zondag.
Spruiten is zondageten. Er zijn goede redenen voor, tenminste voor een zuinige vleeseter. De spruit komt ‘voor mij’ pas tot haar recht met gebraad, liefst varkensgebraad of nog beter varkenshaas.
Regel 2: Spruiten eet je pas als het al gevroren heeft. Laat je niks wijsmaken, een spruit kent pas haar volle diepe smaak als ze stijf heeft gestaan van de vorst.
Geen lepe trucen uithalen, zoals ze me dat ook thuis durven te lappen. Voor alle duidelijkheid, je steekt geen spruiten in de diepvries. Dat is NIET hetzelfde, al valt het moeilijk uit te leggen, vooral aan iemand die het niet wilt verstaan.
Spruiten kweken vergt geen kunstjes.
Zodra de vorst het land uit is kunnen de jonge tere spruitplantjes in de grond. Enige bescherming tegen vogels en koolminnende vretertjes-met-poten is aangewezen.
Een maand later zijn ze niet meer te herkennen. Het zit hen in de familiegenen, ze wassen als kool. In de oksels van de spruitbladeren beginnen zich stilaan kleine verdikkingen te vormen.
Regel 3: Wil je ooit spruiten eten, blijf dan uit die oksels.
Nijp die verdikkingen in godsnaam niet uit! Kale oksels zijn mode, ik weet het en bij tomaten moet je daar de dieven uitpitsen, ook goed. Maar in dit geval is het uit den boze, helemaal fout.
Maanden later en met inachtname van regel 2 stoof of kook je de spruitjes gaar. Laat ze effe in het vergiet op adem komen. Blaker ondertussen fijngesnipperde ui lichtbruin in een kookpot. Meng tenslotte de spruitjes grondig met de glazige ui. Dien op en blijf rustig. Laat je vooral niet afleiden door onwillige tafelgenoten.
Neem een mooie ronde spruit, breng ze traag naar de mond en ruik haar heerlijke geur, laat ze rollen in de mond zodat ze al je smaakpapillen kan beroeren en bijt lichtjes. Geniet van het spruitmoment. Smaakpapillen vernieuwen zich om de 7 dagen. Iedere zondag opnieuw een unieke sensatie in het verschiet. Te beschouwen als een bevestiging van regel 1.
Aan spruiten hangt een luchtje, een koolluchtje, hoor ik mopperen. Bah, allemaal een kwestie van uit de wind te gaan staan en als dat om welke reden ook niet lukt, bedenk dan dat eigen stank altijd beter stinkt dan die van een ander.
Toch een reden om uit te kijken naar kouder weer. Geef maar een seintje als er spruitjes op het menu staan, want ik woon samen met nog een fan!
LikeLike
Mmmmm spruitjes, hier nog een fan! Alleen jammer dat “uwe middelste” niet zo fan is 🙂
LikeLike
Pingback: Wak van hart « Bits and Bites·
Pingback: Alles is vergankelijk | BITS and BITES·
Pingback: Stilzitten en Stilstaan | Bits and Bites·